Trio Wave, startpunt van muzikale avonturen tussen 1975 - 1980

Tijdens mijn parate diensttijd in Nunspeet leerde ik pianist Herman Nijdeken uit Haren kennen. Op de kazerne was een ruimte waarin een piano stond, en daar troffen we elkaar regelmatig.
Toen ik daarna in Groningen studeerde, nodigde hij me uit om eens langs te komen op een sessie ergens op een bovenverdieping aan de St. Jansstraat. Daar heb ik toen even meegejamd met voor mij toen nog onbekende muzikanten. Veel later werd ik op straat aangesproken door bassist Rob Kaptein, die mij herkende van die sessie:
“Jij was toch die pianist? Wij zoeken een pianist voor ons trio met Diana Beerta. Zij zingt en speelt piano, maar wil zich liever beperken tot het zingen. Voel je daar iets voor? We repeteren altijd in club C’est Ça aan de Oosterstraat. Daar treden we ook vaak op.”

In die tijd was ik bezig repertoire op te bouwen voor mijn solo-optredens als achtergrondpianist op recepties en diners. Met de inkomsten uit die optredens hoopte ik mijn studielening wat aan te vullen. De studie Engels aan de RUG had ik al ingeruild voor het conservatorium en mijn huwelijk was inmiddels gestrand. 
Dat kwartet met Diana Beerta kwam er nooit, maar verder ging alles heel snel. Regelmatig belde Rob mij op om pianist Jack Heller te vervangen in club C’est Ça en steeds vaker had hij andere optredens met drummer Henk Rozema geboekt voor dit nieuwe trio dat langzamerhand vaste vorm kreeg. We speelden bij promotiefeesten, bruiloften, diners en festiviteiten in en rond Groningen. Eerst onder de naam Trio Rob Kaptein, toen als Trio Addy Scheele en uiteindelijk werd het Trio Wave.
We plaatsten advertenties en Rob schreef promotiebrieven, die hij naar allerlei horecabedrijven en artiestenbureaus stuurde. Dat werkte goed. In de meeste horecazaken stond destijds standaard een goed onderhouden en gestemde akoestische piano. Als dat niet zo was, nam ik mijn inmiddels gekochte elektrische Fender-Rhodes piano mee. Rob was toen al profmuzikant, Henk Rozema had er een baan als maatschappelijk werker naast. We speelden in chique zaken zoals De Coendersborg in Groningen en Lauswolt in Beetsterzwaag, maar ook in nachtclub C’est Ça en allerlei cafés waar men met jazz meer klandizie hoopte te krijgen, wat meestal niet lang standhield.

Herman Brood

Op het terras van het Stadsparkpaviljoen speelden we tijdens de warme zomer van 1976 iedere vrijdag, zaterdag en zondagmiddag. De jazz die we speelden, was licht verteerbaar: veel bossanova’s, Burt Bacharach songs en verjazzde popliedjes. Easy listening waar de echte jazzcats toen hun neus voor ophaalden. Een muzikant uit de Groningse impro-scene, die ons daar een keer zo bezig hoorde, merkte schamper op dat hij altijd al had gedacht dat ik een broodmuzikant was.
Zelfs hier in de provincie was de landelijke kinnesinne beland, de richtingenstrijd tussen de Amsterdamse gesubsidieerde experimentele jazz - Willem Breuker, Misja Mengelberg c.s. – en anderzijds de commerciële Hilversumse scene rond Pim Jacobs, Rogier van Otterloo en Willem Duys. Gelukkig ligt dat schisma nu ver achter ons: er stond er een generatie jazzmuzikanten op die hier totaal geen last van had. Muziek kan op heel veel verschillende manieren worden gespeeld, werd de gangbare opvatting, die toen ook al de mijne was. Leve de diversiteit!

Tijdens een van die gigs in het Stadspark zagen we Herman Brood op het terras gaan zitten. Ik kende hem al van De Koffer, een jazzclub in het centrum waar wij ook regelmatig speelden. Herman speelde daar toen met wisselende bezettingen, het was nog voor zijn landelijke doorbraak met Wild Romance. Daar had hij me ook een keer gevraagd of hij mijn Fender-Rhodes kon lenen. Maar dat heb ik afgewimpeld. Hij had al een zekere reputatie en daar ging ik mijn dure Fender-Rhodes niet aan blootstellen.

Na een poosje op het terras te hebben gezeten stond Herman op, kwam naar ons toe en zei: “Heren, mijn complimenten, de muziek die jullie spelen, past perfect in deze ambiance.” Ik had eerder verwacht dat hij ons een tam zootje broodmuzikanten zou vinden. Er viel immers weinig Rock & Roll te beleven aan ons trio. Muzikanten die hun broodheer - horecaondernemer Dittrich in dit geval - precies leveren waar die om vraagt, leken me in de kringen van Herman Brood eerder een vloek waard dan een compliment. Waarschijnlijk gold die zienswijze voor zijn fans. Herman zelf zag ons gewoon als collega’s met een andere doelgroep en functie. Een echte prof!

Groninger Springtij

In de jaren zeventig schreef een gemeentelijke verordening voor dat een horecazaak in Groningen met een vergunning van 22.00 tot 4.00 uur, verplicht was live muziek aan te bieden met tenminste twee muzikanten. Veel popbands als Herman Brood and his Wild Romance, Boozy, Phoney and the Hardcore en White Honey hebben zodoende ruime podiumervaring opgedaan. Veel van hen kregen later landelijk succes. Deze opbloei van bands rond 1980 werd later het Groninger Springtij genoemd.

Door deze verordening kreeg het Trio Wave een aanvraag van de Britse uitbater van de Churchills Club, een nachtzaak aan het Zuiderdiep, gelegen onder de ook door hem bestierde Londener Pub. Daar hebben we twee jaar lang iedere vrijdag en zaterdag gespeeld.

                                                                                                v.l.n.r. Henk Rozema - Rob Kaptein - Addy Scheele  
                                                                                       Soms nodigden we ook gastsolisten uit zoals hier Alan Laurillard
Publiek

In de Churchills Club werkte ook een dj die disco en dergelijke draaide, wat nogal afweek van ons repertoire, maar juist in goede aarde viel bij de uitgaande Groningse tieners. De Churchills Club werd dan ook binnen de kortste keren ‘ the place to be‘ voor dit jonge publiek, terwijl de zaak daar eigenlijk niet voor bedoeld was gezien de inrichting en het contracteren van ons trio. Het gevolg was dat wij steeds minder en steeds kortere setjes speelden.
Het publiek zat dit ongeïnteresseerd uit aan de rand van de dansvloer. Van enige interactie tussen muzikanten en publiek was geen sprake. Wat we ook deden, het ging volkomen langs hen heen: wij bestonden gewoon niet voor ze.
Iedere keer als we op zaterdagavond klaar waren en onze spullen inpakten, verwachtte ik dat we te horen zouden krijgen dat dit de laatste keer was geweest. En daar zouden we het volste begrip voor hebben gehad. Een popband had veel beter bij dit publiek gepast. Maar uiteindelijk heeft deze bizarre situatie twee jaar lang bestaan. Terugkijkend hadden we toen wel een behoorlijk bezette agenda, zeker voor een jazztrio.

Sundown

Een enkele keer kwamen er kennissen of collega’s van ons langs en dan hadden we tenminste een paar luisterende oren.
Zo ook Mieke Bom en Hans Sueters, die destijds het folkduo Sundown vormden. Ze traden vaak op in de Londener Pub,
dat in hetzelfde pand op de begane grond was gevestigd. Die optredens waren rond elf uur afgelopen en dan kwamen ze vaak nog even langs in de Churchills Club.

Hans Sueters kende ik uit de Enschedese sixtiesbandjes-scene. Op een van die avonden vroeg Hans mij als arrangeur en pianist voor een lp die ze gingen opnemen. Ze stonden toen met One Morning In May - een nummer van Peter Schaap - in de landelijke top tien en waren al in Toppop te zien geweest.

Uiteindelijk speelden Rob en ik mee op hun lp die voor het label Negram in Heemstede werd opgenomen. Dat was de eerste keer dat er een compositie van mij op een plaat verscheen. Rob schreef de tekst voor Try Again en ik de muziek. Op dit nummer speelden we zelf niet mee, omdat we bij het schrijven ervan nog niet wisten, dat we beiden ook een rol zouden krijgen als muzikant bij de lp-opnames. Anders had ik in het arrangement wel een partij voor piano en basgitaar geschreven.

Quintin

Trio Wave was een pianotrio en dus puur instrumentaal. Om de mogelijkheden uit te breiden gingen we op zoek naar vocalisten. Zanger/gitarist Frits de Thouars werd gevraagd en hij had wel zin om zich vast aan ons te verbinden.
Saxofonist Wes van Wagensveld wilde eerst ook wel, maar zag er na een poosje van af. Jan Schoemaker werd zijn opvolger. Zangeres Mieke Bom gaf voorrang aan haar pas opgerichte trio Fair Game, maar wilde wel op freelance basis meedoen bij speciale optredens zoals radio-uitzendingen van de RONO (Regionale Omroep Noord en Oost, een voorganger van RTVNoord). We besloten ons te presenteren als een kwintet met de naam Quintin.
Wijkfeest

Midden jaren zeventig woonde ik in de Oosterpoort, een volkswijk waar veel studenten woonden. Het pas gebouwde cultuurcentrum dat bedoeld was als huis voor het Noordelijk Filharmonisch Orkest, voor de wijk, voor culturele programmering en maatschappelijke projecten, organiseerde toen ieder jaar een groot feest voor de wijkbewoners. De artistieke inbreng van de wijkbewoners was in het begin summier, maar groeide door de samenwerking met studenten die script en andere teksten schreven. Voor de muzikale leiding en begeleiding werd ik gevraagd en dit heb ik twee jaar met groot plezier gedaan. De laatste keer brachten we zelfs de avondvullende revue Vier maal moord in de Oosterpoort. Teksten, zang, spel en dans werden volledig verzorgd door eigen krachten. Zelf had ik de eer om, naast mijn rol als begeleider-pianist, aan het eind ontmaskerd te worden als dader! De regie van dit alles was in handen van de legendarische Harm Jan Tuin.
Harm Jan was regisseur, acteur, vertaler van toneelstukken, operettes en musicals in het Gronings en hij presenteerde ook programma’s voor de RONO.


Repetitie met de wijkartiesten


Voor het wijkfeest in de Oosterpoort werd het Trio Wave uitgebreid tot het Eastgate Quintet
v.l.n.r. Henk Rozema - Henk de Bruin - Rob Kaptein - Jan Schoemaker - Addy Scheele

Boet’n op plain

De samenwerking met Harm Jan verliep prima en daarom vroeg hij mij om voor de RONO op te treden met Quintin. Dit werd mijn allereerste optreden voor de radio. Inmiddels had iedereen thuis opnameapparatuur zoals band- en cassetterecorders. Daarmee werd de uitzending opgenomen en zodoende zijn die opnames bewaard gebleven. Door het kopiëren van tape naar cassette enzovoort is de geluidskwaliteit niet optimaal, maar de nostalgische waarde compenseert dit volledig. Het tweede stuk in deze reel I’ll Cry Tonight heb ik met moderne muzieksoftware enigszins opgelapt.




Achter de muur rechts van de poort zaten we te spelen. Deze foto is van later,                     Presentator Harm Jan Tuin
maar RTV-Noord zat aanvankelijk ook nog in het Prinsenhof aan het Martinikerkhof


Zanger/gitarist Frits de Thouars krijgt hier een hoofdrol en saxofonist Wes Van Wagensveld speelt dan (1977) ook nog bij Quintin. In het tweede nummer op deze reel, Watch What Happens gaat aan het eind het nodige mis. Maar dat kan gebeuren in een live zetting: Watch Shit Happens

De vereniging Groningen-Tel Aviv

Bij de RONO kwam in 1978 een verzoek binnen om een Groningse zanger of zangeres af te vaardigen naar een internationaal songfestival in Tel Aviv, Israël. Voor alle duidelijkheid, dit was niet het bekende Eurovisie songfestival, maar – hoewel kleiner van opzet en minder bekend – er deden toch tien Europese landen mee. Perzië, nu Iran en toen nog onder het gezag van de sjah, was de enige natie uit de regio met gastland Israël zelf.
De andere acht kandidaten kwamen allemaal uit Europa. Recent bleek dat de uitzending het hele festival op YouTube staat sinds 2022.

Er was destijds een vereniging Groningen-Tel Aviv die vriendschappelijke banden tussen beide steden onderhield, en zo kwam deze vraag bij de RONO terecht. Mieke Bom werd gekozen door de organisatoren in Israël en vervolgens vroeg zij mij om het arrangement te schrijven voor het radio/tv orkest en mee te reizen als dirigent. Van de twaalf deelnemende landen werden we zesde. Ons optreden werd live uitgezonden, op radio en tv tegelijkertijd. Tot 2025 had ik alleen maar een audio opname met een foto. In juli 2025 ontdekte Mieke dat het hele festival op YouTube stond, ingekleurd want oorspronkelijk zwart-wit.
In bovenstaande reel heb ik ons optreden, dat we dus nooit eerder hadden gezien, samengevat.  

Radiostilte

Het evenement in Tel Aviv heeft nooit de pers bereikt. Zelfs in Groningen stond er niet een letter over in de krant. Mieke en ik hadden toen nog geen benul van persberichten. Achteraf kreeg ik het vermoeden dat de radiostilte verband hield met de verhalen die ik daar enthousiast had verteld over mijn Israëlische vrienden in Groningen die hier ondermeer jazzpodium De Troubadour in de Peperstraat hadden opgezet. Onze gids, van Nederlandse komaf, reageerde ontzet op deze vrienden van mij: “Dat is het schuim van onze maatschappij, dat zijn allemaal dienstweigeraars en verraders.”
Nou was ik in die tijd meer met muziek dan met politiek bezig en dat gold ook wel voor Mieke. Maar we schrokken van de denigrerende wijze waarop men over de Arabisch Palestijnse bewoners van Israël sprak. De gids wees ons op een paar huizen met als bijzonderheid dat die geen stromend water en elektriciteit hadden. Op onze vraag: “Waarom dan niet?” kwam het antwoord schouderophalend: “Daar wonen Arabieren.” Die logica konden wij niet volgen en dat zal de gids aan ons hebben gemerkt. Mieke vertelde me onlangs dat zij, eenmaal terug in Groningen, was benaderd door de vereniging Groningen-Tel Aviv om lid te worden. Daarvoor had Mieke bedankt met als reden dat ze moeite had met de wijze waarop in Israël het Palestijnse volk werd behandeld. Die opstelling, die ik volledig onderschrijf, werd haar niet in dank afgenomen. Dat kan de reden zijn geweest waarom men over het songfestival geen contact met de pers heeft gezocht. Over allerlei andere activiteiten in Tel Aviv van die vereniging werd nadien wel gepubliceerd in het Nieuwsblad van het Noorden.
Wij waren waarschijnlijk een vergissing die snel moest worden vergeten.

Topjaar 1978

In die zomer wonnen we met Tune Up, waarvan de ritmische basis werd gevormd door het Trio Wave, een finale plaats op het Laren Jazzpodium. De jury gaf me in haar eindoordeel een speciaal compliment voor mijn compositie Empty Home.


Radio opname n.a.v. het behalen van een finaleplaats op het Laren Jazz podium 1978 met de formatie Tune Up
v.l.n.r. Alan Laurillard sopraansax - Peter Tjeerdsma tenorsax - Rob Kaptein contrabas - Robert Veen altsax - Addy Scheele piano - Chris van de Riet baritonsax - Henk Rozema drums

Eindexamen

Als dirigent/arrangeur maakte ik de reis met Mieke naar Israël en vanaf augustus begon ik als pianist/componist bij het cabaretgezelschap van Rients Gratama. Radio/tv optredens en theatertournees lagen in het verschiet.
Ondertussen was ik op het conservatorium van schoolmuziek geswitcht naar hoofdvak klassiek piano; jazz of pop bestond nog niet als vakopleiding. Of het me dan wel zou lukken om binnen twee jaar het eindexamen te halen? De vaksectie piano vond al dat gespeel en gereis met die lichte muziek maar niks en er gingen stemmen op om mij van het instituut te verwijderen. Maar omdat ik tot dan toe al mijn theoretische vakken met goed gevolg had afgesloten, konden ze dat niet waarmaken. Uiteindelijk sloot ik de studie in 1980 met goed gevolg af en kreeg ik mijn lesbevoegdheid piano, en daar was het me om te doen.
Met Quintin moest ik wel stoppen, want dat viel niet te combineren. Bé Meiborg was bereid om mijn plaats in te nemen. Dus de samenwerking met Rob en Henk was vanaf toen verleden tijd.

Bill Jaspers

Maar in 1979, toen ik al een jaar bij Rients Gratama en het Kwartet John Eskes werkte, belde Rob Kaptein. Ze waren met het trio bezig opnames te maken met Bill Jaspers, een mondharmonicafenomeen uit Drenthe. Om nog altijd onbekende reden had mijn opvolger Bé Meiborg laten weten niet verder te willen. De volgende dag reed ik naar de Fendal Sound Studio in Loenen aan de Vecht.
Daar maakte ik kennis met Bill Jaspers, een vergevorderde amateur die met zijn mondharmonicaspel “reikte naar het niveau van Toots Thielemans” zoals Willem Duys het later omschreef.
Of er met die opnames in de Fendal Sound Studio iets gedaan is, weet ik niet.
Een poos later hebben we in een andere studio in Amersfoort met Henk Rozema, Rob Kaptein, Bill Jaspers en John Eskes opnames gemaakt voor een lp. Maar die lp is nooit uitgebracht, geen idee waarom niet. In die tijd was ik voornamelijk bezig met mijn werk voor Rients Gratama en de voorbereidingen voor mijn eindexamen aan het conservatorium. Daarom was ik niet zo betrokken bij de plannen en ideeën rond Bill.

Hilversum

We hebben met het oude Trio Wave als begeleiders van Bill Jaspers een paar keer opgetreden in radio-uitzendingen. Een daarvan was voor de AVRO op de Pier van Scheveningen met presentator Herman Emmink en een andere keer was in het KRO-programma Tussen Twaalf en Twee met presentator Hans van Willigenburg. Drummer Henk Rozema had toen andere verplichtingen en werd vervangen door Jan Groenink. In het interview met Hans van Willigenburg vertelde Bill over andere omroepen waarvoor hij al had opgetreden. Dat was waarschijnlijk nog met pianist Bé Meiborg.


Rond 1979 hebben we een paar concerten gegeven met Bill Jaspers, zoals hier in het dorpshuis van Annen. Gitarist/zanger Frits de Thouars deed hier ook nog mee. Via Frits was destijds het contact tussen Bill en Trio Wave tot stand gekomen.
Bassist Edwin Corzilius verving in Annen Rob Kaptein.

Ruwe mix

Veel later - pas na 2000 - kreeg ik van Rob Kaptein een mc met allerlei opnames van Bill met het trio. Het waren ruwe tot zeer ruwe mixen van die opnames in Amersfoort, en misschien ook wel die in de Fendal Sound Studio. Ik zal het nooit weten, want Rob, Henk en Bill zijn niet meer onder ons. Die mc vond ik nog weer later terug bij een opruimsessie; de opnames heb ik gedigitaliseerd en voor zover mogelijk opgelapt in mijn muzieksoftware met wat equalizing.
De eerste elf tracks van deze playlist op SoundCloud zijn van de studio-opnames uit 1979.

Midden jaren tachtig kreeg ik weer contact met Bill en op mijn initiatief hebben we deze opnames gemaakt met Bill Jaspers harmonica, Anke Piersma alto flute, Kevin Gallagher flügelhorn, Jan Voogd double bass, Marcel Rotgans drums, Addy Scheele rhodes&arrangements, Recorded by Anne Doedens Eelde 1986
Waltz For Bill heb ik toen voor hem gecomponeerd.
Track 2 in deze reel is My Funny Valentine, waarin Kevin Gallagher een flügelhorn solo speelt.

Contrast

Ik ben blij dat ik deze opnames nog kan publiceren, want Bill Jaspers was een bijzondere muzikant en een aardig, integer mens, wars van commercialiteit.
Bill was zelfstandig reclametekenaar van beroep. Bij hem thuis in Norg heb ik weleens grote vellen met getekende advertenties zien liggen. Voor het digitale tijdperk moest dit nog allemaal met de hand. Een wonderlijke combinatie van schoonheid en trivialiteit in één persoon verenigd: hemelse klanken uit een mondharmonica toveren èn rollades, rookworsten en rollen toiletpapier tekenen voor advertenties van de buurtsuper.
Ook herinner ik me nog een verhaal dat Bill me vertelde toen we elkaar eens onverwacht op straat troffen: een winnend songfestivalliedje, waarin ook een mondharmonica een belangrijke partij speelde, zou door de winnaar (mij onbekend) in een nationaal tv-programma worden gezongen. De regisseur zocht contact met Bill, met het verzoek die partij in te studeren en op een afgesproken tijdstip naar Hilversum te komen voor de opnames. Bill stemde toe, studeerde de partij in en meldde zich in de tv-studio op de opnamedatum. Toen bleek dat de platenmaatschappij van de winnende artiest erop stond dat de studio orkestband zou worden gebruikt vanwege de sound van de plaat. Bill zou dus moeten playbacken.

Toen hij daartegen protesteerde omdat hij niet playbackend op de buis gezien wilde worden, werd er gezegd:
“Dan doe je toch een zonnebril en een pet op, dan herkent niemand je.”
Bill stopte z’n harmonica in z’n borstzakje en zei: “Je bekijkt het hier maar met elkaar, maar ik ga terug naar Norg.”