02 Iedereen heeft een auto  Rients Gratama 1978

Uit: Pompend Remmen, cabaretprogramma van Rients Gratama met Reina Boelens, Lia Corvers en het kwartet John Eskes, in 1978-1979 [Tekst Iedereen heeft een auto]   [Programmaboekje Pompend Remmen]

In de tweede helft van 1979 werd Reina Boelens wegens zwangerschap vervangen door Maeve van der Steen.

                                                                                                                          Rients en Maeve

Hier een opname van Reina Boelens, begeleid door Addy Scheele – piano, John Eskes – fluit en gitaar, Frans Span – basgitaar en Klaas de Vries – drums tijdens een live uitzending van Muziek uit Studio I, een wekelijks radioprogramma van de VARA, gepresenteerd door Rients.

                                   

Het VARAdansorkest onder leiding van Charlie Nederpelt was een vast onderdeel van het programma evenals het kwartet John Eskes. Meestal begeleidden wij met het kwartet de kleinkunstartiesten en ook het onderdeel De Telefoonzanger. Dat waren amateurs die vanuit hun woning een lied zongen in een competitieverband. In deze uitzending werd speciale aandacht besteed aan ons lopende theaterprogramma Pompend Remmen.

Groningen augustus 1978

Mijn Rhodespiano past precies in de tweedehands Renault5 die ik dit voorjaar heb gekocht, mijn eerste auto. Nadat ik nog even heb gecheckt of ik alles bij me heb - versterker, snoeren, krukje en vooral het mapje met de partijen van vier nieuwe composities - rijd ik weg. Op naar Birdaard in Friesland waar we vandaag voor het eerst repeteren met de hele cast van het programma Pompend Remmen. Rients woont in een boerderij aan de Dokkumer Ee. Daar heb ik al een paar dagen gerepeteerd met Rients, Reina en Lia.
Zij kennen de zangpartijen van mijn vier nieuwe liedjes inmiddels, maar de muzikanten krijgen de partijen vandaag voor het eerst te zien. John Eskes heeft in de seizoenen daarvoor (Ha dy Basken 1976-1978 en Geen zee te hoog 1977-1978) al meegespeeld in het kwartet van Cees, waarin Klaas de Vries ook al enige jaren speelt. Frans Span is nieuw, net als ik; hij vervangt Jacques Sambrink.
Cees’ taak van orkestleider gaat naar John. Terecht, want ik heb nog geen enkele professionele theaterervaring. Er komt al genoeg op je af als pianist van zo'n gezelschap. In januari hebben we elkaar voor het eerst gezien bij een fotosessie, want zo'n programma wordt al ver voor het seizoen aangeboden.

De volledige cast van Pompend Remmen in januari 1978 v.l.n.r. Klaas de Vries, drums - Will Jofriet en Harry van Koningsveld, techniek - John Eskes, gitaar fluit accordeon - Frans Span, basgitaar - Addy Scheele, piano – Reina Boelens - Rients Gratama - Lia Corvers.

De titel, de cast, een paar foto's plus een globale omschrijving van de inhoud is hetgeen, waarop de schouwburgen hun keus baseren. Alle conferences, liedteksten en composities moeten dan nog geschreven worden. Het vertrouwen dat een theaterdirecteur in een artiest of gezelschap heeft, bepaalt of de voorstelling wordt geboekt.
Impresariaat John de Crane, dat vanuit Amsterdam opereert, speelt hierbij natuurlijk een belangrijke rol.
Rients is in 1957 begonnen als professioneel artiest in Friesland en treedt vanaf 1967 met eigen programma's op in de Nederlandse schouwburgen. Jezelf handhaven in dat circuit en zoveel optredens genereren dat je een gezelschap van negen personen aan het werk houdt, is een knappe prestatie.
Op dat moment besef ik dat niet, want mijn rol binnen deze nieuwe omgeving neemt me helemaal in beslag. Ik heb er wel veel zin in. Muziek en theater maken met een professioneel gezelschap en daarmee door het hele land optreden is niet voor iedereen weggelegd. Er staan zelfs steden als Antwerpen en Hasselt in Vlaanderen op de tourneelijst. Ook is er sprake van een wekelijks radioprogramma voor de VARA, Muziek uit Studio I. Rients gaat dat presenteren en wij gaan met het kwartet de begeleiding van de diverse gastartiesten voor onze rekening nemen.

Cabaretcomponisten

Voor Pompend Remmen leverde Jan Boerstoel drie liedteksten, waaronder het lied Punk dat door Harry Bannink op muziek werd
gezet.



Rients schreef zelf alle conferences en de meeste liedteksten. De nieuwe composities voor Pompend Remmen hadden allemaal door Cees en John gemaakt kunnen worden. Toch kreeg ook ik vier liedteksten mee met de boodschap: 'Maak er maar wat moois van'. Rients stond op het standpunt dat iedereen in het gezelschap - waar mogelijk - een creatieve bijdrage moest leveren. Door die inbreng werd je als muzikant ook meer betrokken bij de voorstellingen. Het applaus na een liedje was niet alleen maar bedoeld voor je spel, maar ook voor jouw creatie, zo voelde dat.
Inmiddels had ik al heel wat repertoire uit eerdere programma's beluisterd en ingestudeerd. Dit lopende repertoire werd nog vaak door Rients gezongen bij gelegenheidsvoorstellingen, meestal met alleen pianobegeleiding. Vooral de nummers van Cees Bijlstra uit de recente programma's maakten een grote indruk op mij. Zowel de Friese als de Nederlandse teksten waren door hem op een eigentijdse manier - soms met duidelijke invloeden uit de popmuziek en dan weer jazzy - getoonzet en gearrangeerd.
Verrassende melodische en harmonische vondsten en alles steeds met veel gevoel voor de tekst. Bij de Friese nummers kon ik dat natuurlijk minder goed beoordelen, onbekend als ik was met de Friese taal.

Het werd me snel duidelijk, dat streektaal hier gelukkig niet inhield, dat daar simpele, ouderwetse muziek bij hoort. Zogenaamd omwille van de puurheid: dialect als excuus voor oubollige muziek. John vatte die weerzin samen met de term kampvuurakkoorden. Qua muzikale opvatting en smaak bleken de nieuwe collega's muzikanten en ik op dezelfde lijn te zitten en we deelden ook een verleden in de sixties-bandjesscene van Leeuwarden, Wolvega en Enschede.
Tot dan toe had John – ook betrekkelijk nieuw in de ploeg – nog geen composities gemaakt voor Rients. Wel had hij als componist van zowel serieuze als popmuziek al een zekere faam verworven.
Dus kreeg John net als ik vier teksten mee plus de opdracht voor een instrumentaal nummer.  

Binnen dit groepje componisten was ik degene met de minste ervaring. Voor jazzformaties in Groningen had ik een paar instrumentale nummers gecomponeerd en voor een kindertheatergroep en een buurtfeest had ik wel eens een tekst op muziek gezet. Vergeleken met de theatercomposities van Harry Bannink en Cees Bijlstra waren dat vingeroefeningen. Luister bijvoorbeeld naar Meisjeskamer van Rients Gratama – tekst, Harry Bannink – compositie en Cees Bijlstra – arrangement.

Harry Bannink

Harry Bannink zou nog een paar keer mijn pad kruisen. Weliswaar deelden we dezelfde pianoleraar, Martin Kaptein in Enschede, maar Harry was twintig jaar ouder. Dus vroeger hadden we elkaar nooit ontmoet.
In 1985 vertaalde Rients voor de revue Alle jieren feest het ensemblenummer Corsages van Jan Boerstoel en Harry Bannink in het Fries. In 1976 had Rients samen met studenten van de Akademie voor Kleinkunst Corsages gespeeld in zijn programma Blauwe Maandag - in het Nederlands. Voor de voorstelling Alle jieren feest was ik orkestleider en arrangeur. [programmaboekje]
Om het orkestarrangement van Corsages te maken kreeg ik de originele bladmuziek in het handschrift van Harry. [origineel H.B.]

Voor het programma Hemelsbreed [programmaboekje] van Joke Bruijs samen met Salonorkest Pluche arrangeerde ik in 1986 acht liedjes waaronder vier van Harry Bannink. De composities werden aangeleverd op cassettebandjes. Hier een oerversie van Boerenkost op tekst van Jan Boerstoel door Harry zelf gezongen en gespeeld.

Op de première van Hemelsbreed in de Leidse Schouwburg had ik zelf een optreden elders. Pas in 1991 ontmoette ik Harry Bannink voor het eerst in de foyer van de Twentse Schouwburg te Enschede bij de zeventigste verjaardag van onze oude pianoleraar Martin Kaptein.

Faalangst

Langzamerhand dringt de hoge kwaliteitsstandaard tot mij door en dat doet mijn zelfvertrouwen geen goed. Aarzelend begin ik met de eerste noten voor Iedereen heeft een auto, als de moed me in de schoenen zakt. Kan ik het niveau, dat Rients en zijn publiek gewend zijn, überhaupt wel leveren? Ieder akkoord dat ik aansla op de piano, en alle noten die ik zing, lijken me zo banaal en als ik aan die banaliteit wil ontsnappen, klinkt het weer veel te gezocht. In een vlaag van faalangst bel ik Rients op.
Als Rients had gezegd: 'Geen probleem, ik geef de teksten wel aan Cees, John of Harry', dan had ik waarschijnlijk het pad van componeren verlaten en me gefocust op mijn pianospel.
Het risico van een confrontatie met mijn falen als componist ontliep ik dan mooi. 
Maar nee, Rients spreekt zijn volledige vertrouwen uit: 'Je kunt het volgens mij heel goed en doe het vooral op jouw eigen manier, zonder je te veel af te vragen hoe een ander het gedaan zou hebben.' Daarbij kan hij alleen maar op zijn intuïtie vertrouwen, want ik heb hem immers nog niets kunnen laten horen op dit gebied. Het is precies het zetje dat ik nodig heb, en uiteindelijk krijg ik alle vier composities op tijd klaar. Dit moment is beslissend geweest voor het verdere verloop van mijn theatercarrière.

Van het openingsnummer Het eerste lied maakte ik een persiflage op een revuelied.

In De muzikantici werden de rollen omgedraaid. De vier muzikanten zongen de tekst, terwijl we – zonder instrument – op een rij vooraan op het podium stonden. De cabaretiers zorgden voor de instrumentale begeleiding: Rients was een verdienstelijke trombonist, Reina bleek sopraansax te kunnen spelen en Lia kreeg een dikke trom omgehangen. Aan De muzikantici ging John's instrumentale nummer Gavotte '78 vooraf, zodat Rients, Reina en Lia de tijd hadden om alvast hun instrumenten te pakken.

De derde compositie Hold the Tiger was een persiflage op dixieland, destijds nog zeer populair op feestjes van de VVD, The Lions en Rotary. Het was doorspekt met citaten uit nummers als Ice Cream en When the Saints go marching in. Door mijn ervaring in het schnabbelcircuit in Groningen was dit, creatief gezien, niet zo moeilijk voor me. Het arrangement was wel weer complexer door de tempowisselingen en omdat we in dit ensemblestuk de trombone van Rients en de sopraansax van Reina natuurlijk goed konden gebruiken. Lia leverde haar instrumentale bijdrage op een Kazoo.


 
De laatste tekst Iedereen heeft een auto was een solo voor Reina. Van de vier teksten was deze het meest serieus en geëngageerd. Een klein meditatief moment in het programma en voor mij meteen de grootste uitdaging om daar iets moois van te maken. Met zo'n tekst heeft de componist de meeste vrijheid, omdat het geen persiflage is. De andere drie teksten sturen je als vanzelf in een bepaalde muzikale richting. Met deze tekst heb je enerzijds de luxe van veel mogelijkheden, en anderzijds constant dilemma’s bij het kiezen tussen al die mogelijkheden. 

Die nieuwe uit Groningen

Als ik die stralende augustusdag in Birdaard ben aangekomen en het kwartet klaar zit om de repetitie te beginnen, stelt Rients voor om te starten met Iedereen heeft een auto. Nadat we het de eerste keer hebben doorgespeeld, zijn de andere muzikanten meteen vol lof over het lied. Zij horen voor het eerst een creatieve inbreng van die nieuwe uit Groningen. Omdat Reina het lied al goed beheerst en over een mooie zangstem beschikt, kan mijn entree als theatercomponist niet beter uitpakken binnen het gezelschap, dat zo verwend is met de kwaliteiten van mijn voorganger. Het volgende nummer dat op de lessenaars wordt gezet, is Het eerste lied. Dingen zijn niet altijd wat ze lijken, want mijn echte eerste lied hebben we dan al gehad.

Met z’n tweeën

Tijdens de jaren dat ik met Rients en het kwartet John Eskes speelde, traden Rients en ik ook met z’n tweeën op. Het repertoire stond dan nooit vast, maar werd meestal – voor we opgingen – even genoteerd op een stukje papier. En daar werd gaandeweg ook wel weer van afgeweken. Inmiddels wist ik al welke conference er aan een liedje vooraf ging. Ik had de map met het lopende repertoire op de lessenaar staan, dus dat ging eigenlijk altijd goed.

Een voorbeeld van een ad hoc programmalijstje met een droedel van Rients.
Dreutel stond voor conference.


Goedemiddag


Andere dingen gingen wel eens mis vooral in het begin van mijn samenwerking met Rients. Bij de kleine klusjes zoals optredens voor een jubilaris in een bedrijfspand of een restaurant, was het soms even zoeken naar de juiste locatie. In die tijd hadden we nog geen navigatietechnologie in de auto, dus was het zaak om de kaart vooraf te bestuderen of de routeaanwijzingen van Rients te volgen.
Op een zondagmiddag traden we op in een tot restaurant verbouwde boerderij ergens tussen Dokkum en Leeuwarden. Rients had me de route telefonisch doorgegeven. Voor Leeuwarden, komende van Groningen, bij E10 rechtsaf richting Dokkum en dan bij Oenkerk rechts een zijweg in en op de hoek bij een parkeerplaats was het restaurant. De auto van Rients stond er al.

Twee weken later kwam er opnieuw een aanvraag voor ons tweeën binnen, weer op zondagmiddag en weer in hetzelfde restaurant. Voor de verandering besloot ik deze keer via Lauwersoog te rijden wat tot gevolg had dat ik vanaf de andere kant kwam: dus nu linksaf in Oenkerk vanaf de weg tussen Dokkum en de Rijksstraatweg naar Leeuwarden, logisch.
Al vrij snel herkende ik de situatie op een hoek met een sloot langs de weg en een ruime parkeerplaats. Ik parkeerde de auto, pakte mijn aktetas met muziek en kledingtas en liep naar binnen. De auto van Rients stond er nog niet, maar die zou zo wel komen.

Eenmaal binnen legde ik mijn spullen over een tafeltje en liep naar de piano. Ik sloeg wat akkoorden aan en repeteerde nog snel even een introotje van voorganger Cees Bijlstra, waar een lastig stukje in voorkwam dat me eerder eens in de problemen had gebracht. Achter me hoorde ik iemand de trap afkomen. Ik stopte met spelen, liep op de mevrouw af, gaf haar een hand en zei: ‘Goedemiddag, Addy Scheele, ik ben de pianist van Rients. Zullen we straks met vereende krachten de piano even op de goede plek zetten?’ Ik keek haar aan en zag een paar wijd opengesperde ogen, terwijl ik haar zachtjes hoorde stamelen: ‘Maar, waarom?’
Ik keek de zaak nog eens goed rond en merkte toen pas, dat dit allesbehalve een restaurant was, eerder een ruime woonboerderij. Nadat ik haar omstandig mijn excuses had aangeboden, legde ze me uit dat ik waarschijnlijk in het restaurant moest zijn dat 300 meter verderop lag.
Jaren later hoorde ik dat dit verhaal ongeveer heel Friesland was rondgegaan.
De vrouw was boven de bedden aan het opmaken, toen ze opeens pianoklanken uit de woonkamer hoorde komen.

Naar de volgende pagina 03 Speelplastiek


We hebben ons uiterste best gedaan om bronnen en rechthebbenden van het beeldmateriaal  te achterhalen.
Wanneer desondanks beeldmateriaal wordt getoond waarvan je (mede-)rechthebbende bent en voor het gebruik
waarvan je geen toestemming hebt verleend, verzoeken we je een mail te sturen aan addyscheele@gmail.com